Stroomopwaarts
Het luisteren naar en rekening houden met de behoeften van de doelgroep zorgt voor een betere communicatie én dienstverlening.
Daarom heb ik onderzoek gedaan naar de informatiebehoeften en -ervaringen onder inwoners met een bijstandsuitkering op weg naar werk - in de gemeentes Maassluis, Vlaardingen en Schiedam.
Iedereen verdient het om mee te doen in de samenleving, maar dat is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Stroomopwaarts is er voor kwetsbare inwoners van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam met hulp en begeleiding bij geld, werk en taal.
Een goed onderzoek begint met het vaststellen van de vraag. Wat onderzoeken we? Daarvoor overleg ik met meerdere medewerkers van Stroomopwaarts; communicatieadviseurs, consulenten WMO en managers.
Het WMO traject is onder te verdelen in diverse fases. Binnen elke fase voer ik, over een periode van enkele maanden, diverse gesprekken met inwoners, cliënten van Stroomopwaarts én personen die nog nooit te maken hebben gehad met de organisatie.
Tijdens de interviews krijg ik, stap voor stap, inzicht in de uitkomst van de onderzoeksvraag. Ook andere, nuttige inzichten en tips neem ik mee. Alle verkregen informatie vertaal ik naar praktische adviezen in een rapport.
Tijdens de presentatie ervan deel ik de directe actiepunten, verwerkt in een mini-workshop om de betrokken aanwezigen te activeren en motiveren om ermee aan de slag te gaan.
Een aanzienlijk deel van de doelgroep van Stroomopwaarts staat voor diverse uitdagingen, zoals beperkte digitale en
taalvaardigheden, concentratieproblemen, persoonlijke en gezondheidsproblemen.
Deze uitdagingen zorgen ervoor dat het grootste deel van de doelgroep:
Belangrijk in communicatie met de doelgroep
Een nuttig interview
De man heeft een brief voor zich liggen. Hij woont sinds een paar jaar in Nederland. Hij spreekt al goed de Nederlandse taal. Ik vraag de man of hij de brief snapt. Hij knikt vriendelijk. ‘Ja, ik begrijp het!’ Onbewust schuift hij de brief een beetje van zich af.
Er staat belangrijke informatie voor hem in. Samen kijken we naar de brief. Ik zie meteen een aantal woorden waarvan ik denk dat die moeilijk te begrijpen zijn. Ik wijs één van die woorden aan. Ik zeg eerlijk dat ik dat woord niet elke dag gebruik. Ik weet wel wat het betekent maar ik kan mij voorstellen dat hij er nog nooit van heeft gehoord. Opgelucht vertelt de man dat dat woord inderdaad wel moeilijk is.
We lezen samen verder. Er staan nog meer moeilijke woorden in de brief. En dingen die niet passen bij de situatie van de man. Bijvoorbeeld: ALS dit zo is, DAN moet u dat en dat doen. Het is verwarrend. Hij weet niet zo goed wat hij nu moet doen. Hij komt op zijn vaste afspraak en vertrouwt erop dat het wel goed komt. Ik knik vriendelijk terug… er is nog een hoop te doen…
Laten we
kennismaken!
Neem contact op